Zijne Koninklijke Hoogheid, geachte Koning, beste Willem Alexander,
Vandaag is het “de Dag van de Vluchteling”. Ik moest denken aan een vader uit Jemen, over wie ik U graag vertel. Deze vader vluchtte met zijn drie jonge kinderen en zwangere vrouw op erbarmelijke wijze naar Nederland en kreeg na diverse asielcentra met zijn gezin een (vooralsnog tijdelijke) huisvesting in één van de armste wijken in Nederland. Hij meldde zijn gezin aan op de school waar ik werkzaam was als interim-directeur. Bij hem herkende ik onmiddellijk een dankbaarheid, optimisme en gastvrijheid die, voor mij zo kenmerkend zijn bij nieuwkomers. Met zijn vrouw volgde hij trouw de inburgeringscursus, de lessen Nederlands en worstelde hij zich door onze wirwar aan wet- en regelgeving. Hij bekende me grijnzend: “Voor elke vraag is hier een afdeling, Nederland heeft zoveel formulieren”.
Zijn, toen nog, jongste dochter zat in de kleutergroep. Ze leerde het Nederlands rap van haar leeftijdgenootjes. Aanvankelijk durfde zij niet buiten te spelen en angstig blikkend langs de lucht hing zij tijdens het speelkwartier rond de schooldeur; zo bang voor bombardementen, onverwacht schieten. “Waar is hier het vuur?”, vroeg ze. Vaak glipte zij ongezien naar binnen, waar ze met haar neus tegen de ruit gedrukt naar de spelende klasgenootjes op het schoolplein keek. Het duurde maanden voor ik haar breeduit lachend op een driewieler spotte en zij zich veilig waande. Zijn oudste zoon sportte ‘t liefst zonder schoenen: “Zo zwaar die schoenen juffrouw” en holde blootvoets de meeste rondjes tijdens de sponsorloop voor de kinderen in Oekraïne; hij wist immers als geen ander wat oorlog betekent.
Op een ochtend kwam de vader verheugd de ouderbijeenkomst binnenwandelen. Trots vertelde hij over de geboorte van zijn dochter. Haar naam luidde “Amalia” vernoemd naar Uw oudste. Uit dankbaarheid voor de Koning die zo goed voor alle inwoners van het land zorgt: “De Koning schenkt een land dat veilig is en groen, biedt onderwijs en een dak boven ieders hoofd. Een land waar je elk moment van de dag zonder angst over straat kunt wandelen.” Hij glunderde zo dat ik hem niet bekende dat de invloed van een koning in Nederland wat beperkter lag. Evenmin verklapte ik, nadat hij verhaalde over de akelige omstandigheden die hij meemaakte als arbeidsmigrant in Saudi-Arabië, dat onderzoeksjournalisten aantoonden dat het er hier met arbeidsmigranten ook lang niet altijd even “netjes” aan toe gaat. Ik gunde hem zijn blijdschap, zijn euforie. Ik feliciteerde hem en heb later de kleine Amalia bewonderd en verwelkomd als vierde telg van hun gezin.
De vader uit Jemen is slechts een voorbeeld van de talloze “nieuwkomers” met wie ik kennismaak(te). Ik ervaar hun komst als verrijking voor ons land: hun frisse en meer dankbare blik, hun talent en werkspirit, hun cultuur, kunst, tongval en gastvrijheid. Mijn kapper komt uit Iran, mijn groenteman uit Syrië, mijn fietsenmaker uit Turkije, mijn badkamer werd verbouwd met behulp van een prachtige smeltkroes aan nationaliteiten. Het is een feest leerlingen en hun ouders uit alle windstreken van de wereld te ontmoeten. Ik weet dat dit onderwerp U aangrijpt. U kent de meerwaarde van “nieuwkomers”. Buiten het feit dat U velen bezoekt binnen hun woon- en werkveld en tijdens hun vieringen en gedenkdagen, ervaart U dagelijks de impact door het opgroeien van Uw Amalia en haar zusjes. Elegante menging van Hollandse nuchterheid en Latijns Amerikaanse passie.
Deze brief heeft een reden. Ik ervaar de actuele discussie omtrent “nieuwkomers” als schrijnend. Het doet me haast fysiek pijn. De verharding over ons asielbeleid lijkt niet meer te gaan over nobele mensen in nood. Opnieuw is het kabinet demissionair door het onderwerp migratie. Diverse partijen zetten hen in een negatief voetlicht. Houden opzettelijk de wanorde in Ter Apel in stand, zodat ze kunnen zeggen: “het” zijn er te veel. “Het” mag geen prettige woonomgeving hebben, geen uitjes naar de Efteling, geen scholing, geen kansen en het ergst: geen respect. Valt het U ook op dat overheden spreken in termen van “het”, “migratiebeleid” en het “asielvraagstuk”? En niet meer over mensen in nood, angst en gevaar? Of mensen met enorme kennis en bereidwilligheid?
Zullen wij, U en ik, laten zien welke aanwinst onze “nieuwkomers” zijn voor onze samenleving? Met hun expertise, hun talenten en hun verrijkende culturen. De handen inéénslaan en hen het portret geven dat ze verdienen. Een welvarend land als Nederland. Zijn wij “Hollanders” niet verplicht iets terug te doen aan een wereld, die òns alle kansen biedt?
Het kan toch niet zo zijn, dat Uw Amalia of haar nazaten in de toekomst met het schaamrood op de kaken excuses móeten aanbieden, omdat wij medemensen lieten ronddobberen op zee, ze verstopten in detentiekampen en asielcentra, op straat lieten slapen, lieten verkommeren in de woestijn. Omdat wij, bevoorrechte burgers, wilden bepalen waar hulpzoekenden mochten wonen?
Laten wij onze verhalen vertellen. Uitdragen om verwelkomend te zijn. Ons inzetten voor een mooiere geschiedenis. Een geschiedenis waarin Nederland het voortouw neemt voor medemenselijkheid. Juist nú; voor de aankomende verkiezingen uitleggen, dat wij nu èn in de toekomst deze “nieuwkomers” met open armen dienen te ontvangen, niet alleen omdat wij ze daadwerkelijk nodig hebben, maar simpelweg omdat ze er mogen zijn.
Hoogachtend,
Simone Leereveld
Copyright Talentenportfolio